© bOnK: 21-12-98

15. Haze kweken.
Na negen weken.

Algemeen.

Als alles goed is gegaan staan je planten nu in volle bloei.
De toppen worden steeds voller, en de THC schittert je tegemoet.
Het is nu wel zaak om niet teveel haast te hebben. Om helemaal rijp te worden heeft Haze minstens twaalf weken bloei nodig, maar iets langer kan dus ook wel. Hoe langer ze staan, des te zwaarder worden ze, zowel in gewicht als uitwerking.
Hou je dus van een 'highe' wiet, oogst dan iets vroeger en neem het gewichtsverlies voor lief. Pas wel op met te vroeg oogsten. Ik zie toch nogal eens dat mensen te veel haast hebben en de plant eigenlijk niet rijp laten worden. Door te vroeg te oogsten zullen de zaaddoosjes helemaal indrogen. Het gewicht gaat hier nogal van achteruit.
Maar, zover is het nog lang niet, laten we eerst kijken hoe het er in deze periode aan toe gaat.

Voeding

Doordat Haze zo lang staat kan voeding een probleem geven.
De opbouw van niet opgenomen voedingszouten, samen met de door de plant afgegeven afvalstoffen, zorgt vaak voor een niet ideaal te noemen wortelmilieu.
De tegenwoordig in de wietkweek gebruikte voeding is prima, maar je kunt er helaas niet teveel mee rommelen.
Ideaal is een voeding waarbij je de stikstof af kan bouwen.
Als je die niet hebt kun je maar een ding doen, véél en váák spoelen.

Hier en daar is nog wel een voeding te krijgen waar mee te 'rommelen' valt. Meestal in poedervorm, waarbij de stikstof apart geleverd wordt in de vorm van kalksalpeterkorrels (KS). Als je hier aan kunt komen is het zeker een experiment waard.
Ik heb de beste resultaten met dit soort voedingen gezien om het simpele feit dat je hier de stikstof mee kunt afbouwen.

Haze is nét als andere wietsoorten een stikstofliefhebber. Zonder stikstof (N) is geen groei mogelijk. Vooral in de eerste zes weken neemt Haze enorme hoeveelheden op, maar in de periode waar we nu in zijn aangeland kan stikstof ook een probleem gaan geven.
Ons plantje staat er natuurlijk niet (alleen ;-) om ons een plezier te doen. Haar doel in het leven is het produceren van zoveel mogelijk nageslacht. Om dit voor elkaar te krijgen moet ze worden bestoven door een mannelijke plant en dan kan ze gaan zaad maken.
Dit is een situatie die wij echter weer proberen te voorkomen, wiet met zaad smaakt afschuwelijk, dus in een (goede) bloeituin vindt je geen mannen, behalve misschien de kweker.
Voor de plant is dit uiteraard een nogal onnatuurlijke situatie, ze staat daar maar te bloeien en ze wordt maar niet bestoven.
Eén van de manieren waarop ze op deze situatie reageert is door te proberen haar bloeiperiode te rekken. Dit doet ze door nieuwe toppen te maken, zogenaamde uitschieters. Dit lijkt aantrekkelijk, maar omdat dit veel groeikracht kost, gaat de kwaliteit van de al gevormde toppen achteruit. Ook zullen deze nieuwe toppen niet meer binnen een redelijke tijd rijp worden.

Werk je met kalksalpeter dan kun je in deze periode beginnen met de stikstof langzaam af te bouwen om uitschieters te voorkomen.
Dit doe je vrij simpel door steeds minder kalksalpeter te geven. Doordat stikstof een mobiel element is kan het zich in de plant verplaatsen. De plant zal stikstof uit het oude blad gaan hergebruiken voor de nieuwe groei. Dit kun je vooral zien omdat het onderste (oudste) blad dan gaat vergelen, een typisch verschijnsel bij stikstofgebrek.
Het verminderen van stikstof is daarom ook een beetje 'tricky', je moet het niet te snel doen om een ernstig tekort te voorkomen en er vooral niet te vroeg mee beginnen. Het probleem is namelijk dat je alleen maar mag afbouwen. Geef je eenmaal minder dan mag je bij een volgende voedingsbeurt niet weer meer gaan geven omdat je dan gegarandeerd uitschieters krijgt.
Alleen ervaring kan je in deze materie helpen en ik raad je dan ook af om het met al je planten te doen vóór je die ervaring hebt.

Let op dat je met de meeste voedingen niet zonder meer het stikstofhoudende deel (meestal B) kunt afbouwen omdat hierin ook vaak nog andere stoffen zitten zoals sporenelementen of fosfaten.
Vraag je leverancier of dit bij de door jou gebruikte voeding mogelijk is.

Temperatuur

Ook nu is de temperatuur geen echt probleem, Haze kan enorm hoge en lage temperaturen aan.
Waar ze wel slecht tegen kan is als temperaturen te snel wisselen.
Als het, nadat de lampen uit zijn gegaan, in een half uur tijd vijf graden afkoelt is dat slechter voor de plant dan een verschil van tien graden in twaalf uur tijd.
Een te snelle afkoeling tijdens de overgang van dag naar nacht is te herkennen aan bruine puntjes aan het blad. Overigens kunnen deze bruine puntjes ook duiden op voedingsproblemen.

Gedurende de dagperiode ontstaat een balans in de opname van water en voeding. Het door de wortels opgenomen water wordt grotendeels door het blad weer uitgewasemd in de vorm van waterdamp en door de lucht afgevoerd.
Als de lampen uitgaan geven deze natuurlijk geen warmte meer.
Koelt de ruimte te snel af dan stijgt in het algemeen de luchtvochtigheid, sowieso iets wat je wilt voorkomen.
Door deze verhoging kan het blad zijn waterdamp niet meer kwijt, maar er wordt wel nog steeds water aangevoerd omdat de wortels nog volop aan het pompen zijn. Wortels hebben enige tijd nodig om hun werk te stoppen, dit kan zelf enkele uren duren. Door deze aanvoer van water, terwijl er niet genoeg afvoer meer tegenover staat in de vorm van waterdamp knappen de cellen in de punten van het blad. Als je dit dus ziet probeer dan de temperatuur iets minder snel te laten zakken, bijvoorbeeld door je afvoerventilator een standje lager te laten draaien.

Een prima manier om het temperatuursverloop in je kweekruimte 's nachts in de gaten te houden is een binnen / buiten thermometer zoals te koop in bijvoorbeeld autoshops. Het voelertje aan het draadje hang je in de ruimte, het afleesgedeelte erbuiten. Voor het draadje hoef je niet eens een gaatje te boren, gewoon in het deurkozijn vastmaken met plakband. Zo kun je de temperatuur bekijken zonder dat je planten extra licht krijgen in hun rustperiode.
Je weet toch nog wel waarom?

 


Startpagina:http://www.wietmeneer.nl/
© 1998-2007 bOnK